top of page
en al de rest.jpg

EN AL DE REST IS LITERATUUR

“En al de rest is literatuur” is een essay dat volledig geschreven is vanuit het perspectief van de lezer en twaalf stellingen bevat over de geest der letteren. Telkens wordt het antwoord gezocht op deze drie vragen : ‘Waarom schrijven ?’, ‘Waarom liegen ?’, ‘Waarom lezen ?’ Gaandeweg wordt de rol van de literatuur in onze zogeheten informatiemaatschappij, waarvan internet de ruggengraat vormt, scherper gesteld. De conclusie is dat, indien de waarheid kwetst en de leugen ziek maakt, de fictie geneest. De literatuur is de enige plek waar men meerdere levens kan leiden zonder met de vinger te worden gewezen.

INHOUD

 

DE TWAALF STELLINGEN

 

  1. Tenslotte is God ook maar om dat Ene Boek bekend.

  2. Een visionair schrijver is vooreerst een scherp waarnemer.

  3. Schrijven is een vorm van nastreven van de onsterfelijke ziel, vooral voor wie in de onsterfelijkheid noch in de ziel gelooft.

  4. Een schrijver moet afstand kunnen nemen van zijn eigen leven maar heeft alleen zijn eigen leven om überhaupt naar het leven te kijken.

  5. De eerste leugen van de fictie is dat iedere gelijkenis louter op toeval berust.

  6. Dat we überhaupt ficties nodig hebben toont aan dat we niet kunnen leven met maar ook niet zonder de waarheid

  7. Een fictie behoort een droom met open ogen te zijn die je ogen opent.

  8. Een fictie cijfert de werkelijkheid niet weg maar tovert ze net tevoorschijn.

  9. Tenslotte gaat het erom het boek leesbaar te maken dat we in ieder van ons dragen.

  10. De letteren bevrijden ons van de letter.

  11. De literatuur is net zo min een gebruiksaanwijzing van het leven als dat je met een wereldbol je weg kunt terugvinden als je verloren bent gelopen.

  12. Lezen is de eerlijkste en goedkoopste manier om een dubbelleven te lijden.

Uittreksels van de 6de stelling

Vandaag neemt alleen de politie de gelijkenis nog ernstig. De wijze waarop tijdens een zogeheten Oslo-confrontatie of line-up wordt geconstateerd dat een willekeurig persoon op een verdachte lijkt, is terecht streng geregeld. Onze vrijheid hangt er immers van af. Want gelijk je per toeval op de gezochte persoon, dan loop je ook kans in de boeien te worden geslagen. Maar gelijk je er niet op, dan kan je van geluk spreken en fluitend het politiekantoor verlaten. In een rechtsstaat althans. Want in een politiestaat volstaat een vage gelijkenis om je de duimschroeven aan te leggen. Wat ook weer niet wegneemt dat zelfs in een rechtsstaat een vage gelijkenis je de kop kan kosten als de getuige de waarheid geweld aandoet en je als schuldige aanwijst. 
Gelukkig bekommert de politie zich ook nog om de waarheid. Ze lijkt vandaag zelfs de enige instantie te zijn die zich nog om de waarheid bekommert. Wellicht zijn politieseries daarom zo populair. Niemand gelooft de politici, het journaille of de clerus nog, maar detectives blijven boeien, mede omdat ze de achterkant van de mens tonen. En de waarheid bevindt zich nu eenmaal niet aan de voorkant, in het zonlicht, maar aan de achterkant, in de schaduw. De waarheid is die op het eerste gezicht aantrekkelijke partner die in de omgang per slot van rekening zeer onaangenaam blijkt te zijn.  De naakte waarheid is overigens allerminst sexy, maar doorgaans traumatisch. Sommigen denken ze in huis te hebben maar worden achter hun rug bedrogen. Anderen zoeken ze koortsachtig en verspillen er hun beste krachten aan. Nog anderen benaderen ze klinisch uit vrees voor besmetting. En hoezeer zij er zich ook tegen wapenen, uiteindelijk kwetst de waarheid ook hen !
De waarheid kwetst omdat ze het masker afrukt waarmee wij ons in de samenleving staande houden en die wij onze waardigheid noemen. Zelfs voor onze intimi houden we meestal ons ware gelaat verborgen. De waarheid kwetst ook omdat ze ons naakt achterlaat in een kille omgeving. Zelfs een keizer kan aldus zijn kleren kwijtspelen. Ten slotte kwetst de waarheid omdat we zonder masker en naakt plots beseffen hoe eenzaam en verlaten we kunnen zijn in een volksmassa en hoe onbetekenend onder de sterrenhemel.
Helaas is tegen de waarheid geen kruid gewassen, ook de leugen niet. Want zelfs indien deze ons in staat stelt te bereiken wat we willen bereiken, liefst zonder gezichtsverlies en zonder kleerscheuren, vergt ze een massa energie en put ze je uit. Op den duur maakt ze je ziek en afhankelijk, net als een drug. En grijpen we ernaar zoals alcoholici naar de fles. 
Nu eens met de leugen, dan weer met de waarheid onderhouden we een stormachtige knipperlichtrelatie. Want laten we eerlijk zijn. We kunnen niet leven zonder de waarheid omdat we dan in een droomwereld terechtkomen waarin alles mogelijk is, het ergste eerst. Maar we kunnen ook niet leven met de waarheid omdat we dan alle illusie verliezen, vooral die welke we over onszelf koesteren. Niet voor niets spreekt men van het uur van de waarheid. Want de rest van de tijd wentelen we ons in de leugen. En dit van kindsbeen af.

Conclusie ? De triomf van de waarheid heeft af en toe in de werkelijkheid plaats maar meestal toch alleen in ficties die op hun beurt leugens zijn. Hoewel. De fictie is geen leugen terwijl de leugen wel een fictie is. Leugenaars zijn zij die hun ficties als de waarheid voorstellen terwijl de fictieschrijver de waarheid zelf als een fictie beschouwt, als een constructie die puzzelgewijs wordt opgebouwd. Net zoals hij geen ordinaire voyeur of exhibitionist is, is de fictieschrijver geen ordinaire mythomaan. 
Je kan natuurlijk nooit uitsluiten dat hij van de fictie houdt omdat hij dan naar hartelust kan liegen zonder voor leugenaar te worden versleten. De fictie stelt echter zowel de schrijver als de lezer in staat de wet van de logica te negeren die wil dat een bepaald discours niet tegelijk waar en onwaar kan zijn. Als de fictie evenwel een verzonnen verhaal met een grond van waarheid of een waargebeurd verhaal in een fictieve setting kan zijn, wordt de spanning tussen waar en onwaar opgeheven. Die spanning bestaat erin dat we niet afhankelijk willen zijn van de leugen maar ook niet telkens verplicht willen worden tegen de waarheid te moeten opboksen. Alleen de fictie biedt hieruit een uitweg. Want als vaststaat dat de waarheid kwetst en de leugen ziek maakt, staat ook vast dat de fictie geneest. Ze geneest je zowel van de verslavende leugen als van de traumatische waarheid. En ze doet dit op dezelfde manier waarop een modderbad je huid zuivert en een droom je geest.​​

GELUIDSFRAGMENT
bottom of page